Home

De shop is OPEN. Wil je langs komen, bel even voor je komt.
Weborders worden zo snel mogelijk verstuurd.

Afdrukken

Kart brandstof

Er wordt haast nooit over nagedacht, maar de brandstof die in de tank van de kart of van de auto wordt gegooid is niet zomaar een vloeistof. Door de oliemaatschappijen wordt er dagelijks veel research gepleegd om een zo schoonmogelijke en goede brandstof te fabriceren als het maar kan. Dit houd in dat de brandstof niet alleen zomaar in de motor moet verbranden, maar zorgt dat de motor van binnen schoon blijft, weinig uitstoot geeft van schadelijke stoffen, er voor zorgt dat de motor goed loopt en nog veel meer.

 

Waar komt benzine nou vandaan?
 

Gaat het nu om een kartmotor, formule 1 motor of om veel kilometer draaiende automotor, de soort en kwaliteit van de brandstof hangt af van de gebruikte brandstofcomponenten. Benzine komt niet zomaar ergens uit een kraan of een gat in de grond. De benzine wordt gehaald uit een goedje dat wel uit de grond komt en dat is ruwe olie. Niet alleen benzine wordt uit ruwe olie gehaald, maar ook dieselbrandstof, kerosine (vliegtuigbrandstof) en vele andere producten komen van ruwe olie. In een olie raffinaderij komt de benzine niet zomaar uit de ruwe olie vandaan, maar wordt in een speciaal destilatieproces proces de benzine uit de ruwe olie gehaald. Het destilatieproces houd in dat de ruwe olie wordt verwarmt onder hoge druk waardoor alle aanwezige brandstoffen in de ruwe olie gaan verdampen. Doordat de moleculen van de verschillende brandstoffen verschillen in grote en gewicht zullen in de onderste laag van de destilatietoren de zwaarste moleculen condenseren en en in de bovenste laag komen dan de lichtste molekulen. De gassen komen dan niet als een vloeistof naar buiten, maar als gasvorm. Het proces wordt in het figuur getoond en laat zien hoe in grote lijnen het proces bij een raffinaderij plaatsvind. De benzine die uit dit proces wordt gewonnen heet ook wel 'Straight run' benzine en heeft een octaangetal van ongeveer 40, wat te laag is om te gebruiken voor kartmotoren of voor automotoren die worden gebruikt. Om de benzine toch te kunnen gebruiken zijn er andere processen om het octaan van de benzine te verhogen, tevens de kwaliteit te verbeteren en alle onzuiverheden uit de brandstof te halen.
 

Octaangetal RON en MON
 

RON staat voor 'research octane number' en MON staat voor 'motor octane number'. Deze getallen zijn vrij belangrijk voor de huidige benzine motoren omdat deze getallen aangeven hoe de brandstof bestand is tegen detonatie. Wat is dan weer detonatie? Nou wordt benzine genomen met een heel laag octaan getal en laat men daar een benzine motor op draaien dan zal de motor heel onrustig draaien en zal verschijnselen vertonen van vroegtijdig ontbranden van de brandstof. De motor zal dan rare geluiden maken, als het ware net of een big end stuk is van de motor of net alsof er een steentje door de luchtinlaat naar binnen is gekomen en dan wordt plat gedrukt tussen zuiger en cilinderkop. Dit vroegtijdig ontbranden van de brandstof wordt ook wel detonatie genoemt. Niet alleen de brandstof kan detonatie veroorzaken, maar ook het ontstekingstijdstip, de vorm van de verbrandingskamer en nog veel meer. Hoe komt men nou aan een RON of MON getal? Nou er wordt met een speciaal ontwikkelde motor een brandstof getest . Bij deze motor kan de compresie tijdens het draaien van de motor worden verandert en kan worden gekeken bij welke compressie verhouding de brandstof vanzelf gaat ontbranden en dus gaat detoneren. Brandstof die pas gaat detoneren bij een hoge compressie verhouding krijgt dan een hoog octaan getal en brandstof dat al bij een laag octaan getal gaat detoneren krijgt een laag octaan getal. Bijvoorbeeld Euroloodvrije benzine heeft een octaan van 95 en super een octaan van 98, dit betekent dat een motor sneller kan gaan detoneren met Euroloodvrij dan met super benzine. RON dat komt heel bekend voor want bij de benzinestations staat dat getal bij de soort benzine die getankt kan worden. Dit getal heeft natuurlijk een betekenis en wordt er niet zomaar bijgezet. Super met of zonder loodvervanger heeft een octaangetal van 98, Euroloodvrij heeft een getal van 95 en normaal loodvrij heeft een getal van 91. Het MON getal is bij snellopende motoren eigenlijk net zo belangrijk of zelfs belangrijker dan het RON getal, het MON getal bedraagd bij pomp benzine over het algemeen 10 tot 8 punten lager dan het RON getal. Wat is er nou zo belangrijk aan deze getallen en wat is dan het verschil tussen RON en MON? Nou bij het testen van het MON getal wordt de test van de brandstof uitgevoerd onder zwaardere omstandigheden zoals bijvoorbeeld een hogere luchtinlaattemperatuur en geeft dus een andere waarde. Dit kan in de racerij er voor zorgen dat met een brandstof met een hoger MON getal de turbo druk hoger kan worden opgevoerd of dat de compressie hogere kan worden gemaakt van een motor.
 

Methanol, nitromethaan, ethanol of andere brandstoffen
 

Behalve het gebruik van benzine kan ook een ander brandstof worden gebruikt voor de motor. In de Indykart series wordt er geen benzine maar methanol gebruikt. Methanol geeft bij verbranding minder energie af dan bij verbranding van dezelfde hoeveelheid benzine en dus moet er ook meer brandstof worden gegeven om goede prestaties te kunnen leveren. Methanol heeft als eigenschap dat bij verdamping er veel warmte wordt onttrokken aan de omgeving en dat is heel ideaal bij gebruik van een turbo. Ook is methanol beter bestand tegen detonatie en kan er dus worden gereden met een hogere compressie of een hogere turbodruk dan bij gebruik van benzine. Het enige dat wel heel gevaarlijk is dat bij het branden van methanol geen vlammen zichtbaar zijn en dat het vrij agressief is voor een heleboel rubbersoorten en zelfs voor magnesium delen dus de carburateur en motor delen moeten bestand zijn tegen het gebruik van methanol. Een ander leuk goedje is nitromethaan, het is een agressief spul voor aluminium, magnesium, koper en vele ander stoffen en is zeer explosief. Nitromethaan bevat genoeg zuurstof om zelf te ontbranden, dus als het verbrand met zuurstof er bij dan gaat het helemaal goed. De verbrandingssnelheid van dit goedje is zeer hoog waardoor bij gebruik in een motor de brandstof niet netjes verbrand, maar explodeert. In sommige gevallen gebeurt het zelfs dat de motor ontploft, dit kan wel eens gezien worden bij de drag races op de TV. Waar deze brandstof ook veel wordt gebruikt is bij de modelbouw motortjes, deze motortjes zijn zeer klein en hebben geen bougie en verbrand de brandstof dus vanzelf net zo als bij een diesel motor. Voor gebruik in een kartmotor is nitromethaan niet helemaal aan te raden omdat het zeer onregelmatig brandt en als het brandt dan brandt het met grote drukstijgingen. De drukstijging kan zelfs zo groot zijn dat zelfs de brandstof gemakkelijk uit zichzelf kan gaan branden zonder dat er een vonk bij komt, deze voortijdige verbranding is natuurlijk niet gewild net als de detonatie en is ook niet erg goed voor de motor. Verder zijn er nog Hydrazine dat als raket brandstof wordt gebruikt en stikstofoxyduul wat beter bekend staat als lachgas. Lachgas wordt gebruikt om mensen voor een operatie in te laten slapen zodat ze niks van de operatie merken, maar een motor gaat er niet van slapen en gaat er heel hard van lopen, het geeft een zelfde resultaat als bij het gebruik van nitromehtaan. Een laatste goedje dat kan worden gebruikt en ook minder gevaarlijk is, is avgas, dit is een brandstof die gebruikt wordt voor vliegtuigen. Voor gebruik bij een motor kan dit worden gemengd met gewone benzine zonder al te veel nare bijverschijnselen die wel voorkomen bij gebruik van een van de voorgaande brandstoffen. Natuurlijk kan er met een van de brandstoffen worden gereden zonder het te mengen met een andere brandstof, maar dat kan voor een kartmotor bij verkeert gebruik nog al wat verkeerde uitwerkingen hebben en tot een verkeerd resultaat lijden. Als er wordt getest met verschillende brandstoffen dan kan het beste worden begonnen met super benzine en daar langzaam een aantal procenten van een van de te proberen brandstoffen aan toe te voegen. Voer dan langzaam na elke testrit het percentage van de te testen brandstof op zodat er kan worden gekeken wat de ideale mengverhouding is. Let er wel op dat er door het verkeert gebruik van een van de voorgaande brandstoffen veel schade in de motor kan ontstaan en dat de prestaties bij verkeerd afstellen van de motor slechter kunnen worden in plaats van beter. De prestaties kunnen dus beter worden met een toevoeging, maar de prestaties kunnen ook gepaard gaan met een hele grote motorslijtage of zelf tot grote motor schade.
 

Speciaal brandstof voor de karting
 

Bij de grote brandstofmaatschapijen kan voor de racerij speciale brandstof worden gekocht. Deze brandstoffen hebben dan een hoger RON of MON getal en sommige brandstofmaatschappijen hebben zelfs al een indeling gemaakt voor veel race klassen. Zo hebben ze 4 of 5 verschillende soorten benzine waarvan bijvoorbeeld een soort voor het gebruik van een 4-takt motorfiets geschikt is, een ander voor gebruik van een 2-takt motorfiets en ook voor de kartsport is een speciale benzine. De speciale benzine wordt vrijwel alleen gebruikt op Europees en wereld kampioenschap wedstrijden bij de karting en er moet ook diep in de portemonnee worden gegrepen om met deze brandstof te mogen rijden. Per liter kost de benzine met de olie meegerekend ongeveer f 12,50 per liter. Bij de kartwedstrijden om het Europees kampioenschap moet de brandstof voor de wedstrijd in het parc ferme worden gekocht en moet de brandstof daar ook blijven staan net als de banden die ook in het parc ferme moeten blijven. Op deze manier kan er niet worden gerommeld met de brandstof en rijd dus iedereen met een gelijkwaardige brandstof (natuurlijk ook met gelijkwaardige banden). Dus als je jezelf afvraagt waarom de tank op de moderne kart een verweiderbare tank is dan is het antwoordt simpel, de tank moet na de wedstrijd worden gedemonteerd en worden alchtergelaten in het parc ferme. Ook moet de brandstoftank groot genoeg zijn om ongeveer 25 miniumten te kunnen rijden en tevens na de wedstrijd nog 3 liter over te houden. Is dat niet het geval dan wordt je uitgesloten voor de wedstrijd net zoals Niky Pastorelli in het europees kampioenschap ICA in Valance waar hij 4cc te kort benzine in zijn brandstoftank na de wedstrijd had en daardoor zijn 3e plaats in het EK verloor. Het is allemaal heel erg leuk die race brandstoffen, maar de gewone pompbenzine gaat vaak net zo hard als de speciale banzine en je wordt bij het vol tanken van de kart ook niet vergiftigt door de benzinedampenvan die dure benzine en tevens scheelt het een heleboel in de portemonnee.
 

Olie voor de kartmotor.
 

Omdat er bij een tweetakt motor geen olie in de motor zit zoals bij een viertakt motor moet er door de brandstof olie worden gedaan om de bewegende delen in de motor te smeren. De olie wordt gemengd door de benzine en gaat met de benzine en lucht mee de motor in waar het de bewegende delen smeert en vervolgens in de motor verbrand. Door het toevoegen van olie aan de benzine verandert het octaangetal van de benzine, wordt er te veel olie aan de benzine toegevoegd dan kan het zijn dat het octaangetal te laag wordt en de motor gaat detoneren. Om het verlagen van het octaan weer te verhelpen zijn er producten in de handel te koop om het octaan weer omhoog te brengen. Deze producten heten dan ook heel toepasselijk "octaan boester". Deze octaanboesters zijn wel te koop maar worden bij kartbrandstof maar zelden gebruikt. Er zijn verschillende soorten olien voor verschillende soorten motoren en voor verschillende omstandigheden. Zo wordt er in een 100cc motor op wedstrijd niveau een plantaardige olie gebruikt die heel erg dik is en wordt gesmeerd met een verhouding van 1 op 17 tot 1 op 18 met benzine. Voor een recreatie rijder kan er vaker beter met wat minder olie worden gereden en dan in een verhouding van 1 op 20 en dit dan soms niet met een plantaardige olie die heel erg vervuilt bij te langzaam rijden, maar met een minder vervuilende synthetische olie. Voor een minikart met een Comer S60 motor geld hetzelfde en kan er alleen iets minder worden gesmeerd en wel van 1:25 tot 1:30. Voor eenversnellingskart kan het beste worden gereden met een synthetische olie die het beste kan worden gemengd met benzine van 1:25 tot 1:35. Voor een viertakt kart is het heel simpel en hoeft er niets door de benzine heen te worden gemengd, er moet allen voor worden gezorgt dat de olie die in het karter van de motor wordt gedaan van een zeer goede kwaliteit is, maar daar over zal in een andere uitgave van Kartsportmagazine meer worden verteld.


 terug

 

Laatst aangepast op zaterdag 11 januari 2014 23:02