Kart banden
Banden voor auto's, motorfietsen en vrachtwagens net zo belangrijk als banden voor karts. Een autoband moet alleen aan andere eisen voldoen dan een kartband. Banden die worden gebruikt voor karts zijn hoofdzakelijk slicks en alleen als het regent worden er geprofileerde banden gebruikt, dit zijn de regenbanden. Slicks zijn banden zonder profiel en zijn er in verschillenden soorten en merken, zo zijn er hele zachte en hele harde slicks. De zachte compound banden worden hoofdzakelijk gebruikt bij internationale wedstrijden en de aller hardste compound banden worden hoofdzakelijk gebruikt voor huurkarts en indoorkarts.
De hardheid van het rubber van een band wordt uitgedrukt in shore. Hoe hoger het shore getal de harder de band en hoe lager het shore getal de zachter de band.
Het voordeel van een kart met banden van heel zacht rubber is dat deze veel sneller door de bochten kan dan dezelfde kart met banden van heel hard rubber.
De hardheid shore wordt opgemeten met een speciaal metertje dat op de band wordt gedrukt. Uit het metertje steekt een klein pennetje en achter het pennetje zit een klein veertje, hoe verder het pennetje in het rubber kan worden gedrukt hoe zachter de band.
Om er nu achter te komen wat voor banden je als rijder zelf op je kart zou willen hebben kun je het beste aan dealer vragen wat voor band je het beste zou kunnen nemen om mee te gaan rijden. Als je eventueel aan wedstrijden zou willen mee gaan doen dan kan beter meteen de banden nemen waarmee die klasse rijdt. Op die manier train je al op de juiste banden en kan je al zoeken naar een juiste afstelling.
Zo zijn er alleen niet verschillende soorten compound en merken banden, maar ook maten banden. In het plaatje met de band is A de breedte van de band, B de diameter van de band en C de diameter van de velg. Al deze maten staan alleen in inches, vandaar die rare maten. Voor slicks en regenbanden wordt tegenwoordig nog alleen maar 5" banden gebruikt, alleen voor enkele klassen is de 6" band nog in gebruik. De meest voorkomende voorband is de 4.5/10.0/5 band en de meest voorkomende achterband is de 7.1/11.0/5. Voor de Junioren met een 100cc motor wordt een achterband gebruikt met een breedte van 6.0 of 6.1. De mini junioren gebruiken ook andere banden, de voorband heeft hier een maat van 4.0/10.0/5 en de achterband 5.0/11/5. De banden die worden gebruikt bij het rijden in de regen zijn ook weer anders, hier is de voorband 4.0/10.0/5 en de achterband 6.0/11.0/5. Nu is het heel gek, want als je de regen voorband neemt en de mini voorband dan zijn de maten het zelfde, maar als je deze naast elkaar houd dan is de regenband veel groter. Hoe kan dat nou weer, vraagt men? Nou hier heb ik geen antwoordt op en het komt niet alleen bij deze twee voor , maar komt ook veel bij slicks voor die onderling totaal verschillen terwijl de maten hetzelfde zijn. Buiten de maten die ik eerder heb genoemd worden er nog veel meer soorten en maten kartbanden gemaakt voor zowel het gebruik op buitenbanen als op indoorbanen. Wat ook nog wel wordt gebruikt zijn binnenbanden. Binnenbanden worden tegenwoordig niet meer voor karts gebruikt die op buitenbanen rijden, alleen nog wel voor karts die voor de verhuur worden gebruikt. De binnenbanden worden nog wel veel gebruikt bij karts die op indoor kartbanen rijden.
De meeste karts rijden dan ook zonder binnenbanden net zoals de meeste auto's dat hebben. Er wordt dan gebruik gemaakt van de zogenaamde "tubeless" banden. De buitenband dicht zo goed af dat deze niet meer lekt en dus geen binnenband meer gebruikt hoeft te worden. Wat is hier dan het voordeel van? Nou het grote voordeel is onder andere dat de banden minder gebalanceerd hoeven te worden en het totale gewicht van het hele wiel wordt minder. Tevens geeft een tubeless band minder kans op lekke banden.
Als je er achter bent met wat voor banden je gaat rijden dan moeten ze nog op de velgen worden gezet. Het monteren van kartbanden wordt altijd met de hand gedaan, er worden dus bandenlichter gebruikt om de banden te monteren.
Als eerste worden de banden aan de binnenkant met banden vet goed ingesmeerd zodat het monteren makkelijker gaat. Heb je geen banden vet dan kun je ook een beetje handzeep gebruiken. Het eerste gedeelte van het monteren is vrij makkelijk want je draait de velg heel makkelijk in de band. Vervolgens moet met de hand de andere kant van de band ook over de velgrand worden gedrukt. Voor het over de velgrand drukken van de band bestaan wel speciale apparaaten die het monteren makkelijker maakt, maar het moet ook goed met de hand lukken en dan is er ook minder kans dat de band beschadigt. Als de banden op de velgen zitten dan moeten de banden alleen nog goed worden opgepompt zodat de band goed op de velg komt te zitten en over de "hump"van de velg komt te zitten. De "hump" van de velg is een rand die er voor zorgt dat de band onder het rijden niet van de velg kan worden gedrukt.
Vaak kan worden gezien dat er zelfs boutjes in de velgen zijn gedraaid, deze boutjes steken dan aan de binnenkant van de velg uit en zorgen er voor dat tijdens zware omstandigheden de band niet van de velg kan worden gedrukt.
Belangrijke tip, tijdens het over de "hump" pompen van de band er voor zorgen dat de voet op de band wordt gezet en beide kanten van de velg van je af zijn gericht. Door de hoge druk kan het voorkomen dat de velg uit elkaar klapt en dan zou het kunnen gebeuren dat je een stuk velg in het gezicht krijgt. Na het oppompen ook zo snel mogelijk de druk in de band omlaag brengen door de band leeg te laten lopen! Verwijder eventueel voor het oppompen eerst de ventielen uit de velg zodat na het oppompen de band meteen leegloopt.
Voor de juiste spanning van de banden kan de dealer om raad gevraagd worden of kan men in het Kartboek de juiste spanning in de bandentabel opzoeken.
Als de banden helemaal klaar zijn om op de kart gemonteerd te worden, kunnen deze ook nog gebalanceerd worden. Bij auto's worden de banden altijd gebalanceerd, omdat het rijcomfort hier ook heel erg van afhankelijk is. Bij de kart is dat net zo, het gaat bij de kart dan niet zo zeer om de achterbanden, maar om de voorbanden. Als de voorbanden niet goed gebalanceerd zijn dan kan het zijn dat bij het rijden op een recht stuk de voorwielen helemaal los komen van het wegdek en dat is niet alleen onprettig om mee te rijden, maar kost ook snelheid en dus tijd. De voorwielen kunnen dan het beste op de kart gemonteerd worden en niet vast gezet worden, vervolgens wordt het voorwiel hard rondgedraaid en stilgehouden. Laat vervolgens het wiel los en kijk of het wiel een kant op draait. Als het wiel een kant op draait dan zit er een onbalans in het wiel en kan het beste een stukje lood in de velg worden geplakt. Om nu het juiste punt te vinden waar het stukje lood moet worden geplakt is heel simpel, het zware punt zal naar beneden draaien en het lichte punt zal boven blijven, dus het stukje lood aan de bovenkant binnen in de velg plakken. Hoeveel lood? Nou dat is heel simpel, draait de velg heel snel een kant op dan zit er een grote onbalans in en als de velg langzaam een kant op draait dan zit er een kleine onbalans in de band. Voor een grote onbalans neem je stukjes plaklood van 10 gram om mee te beginnen en voor een kleine onbalans neem je stukjes plaklood van 5 gram om mee te beginnen.
Met de nieuwe banden kan niet meteen hard worden gereden en kan het beste de eerste ronde iets voorzichtig worden gereden. Nadat de nieuwe banden iets warm zijn zullen ze de eerste ronden het snelste zijn, hierna zullen de banden niet meteen seconden langzamer gaan, maar zal het toch 1 a 2 tienden van een seconde schelen met nieuwe banden.
Nadat er met de nieuwe banden is gereden kan na het binnenkomen het beste de bandenspanning meteen worden gecontroleerd. De spanning van warme banden is altijd een stuk hoger dan van koude banden en doordat er meteen wordt gecontroleerd na het rijden kan worden gezien hoe hoog de spanning tijdens het rijden was. Als er met een beginspanning van ongeveer 0,7 bar is weggegaan dan zal er hoogstwaarschijnlijk na het rijden een spanning van ongeveer 0,90 - 1,10 bar in de banden zitten. Nu kan afhankelijk van de banden waarmee wordt gereden de spanning worden verhoogd of verlaagd. Als er met een beginspanning van 0,7 bar is weggegaan dan kan de spanning warm het beste op 0,9 bar of maximaal 1,0 bar worden gezet, dit geld dan zowel voor de voor als achterbanden.
Voor het rijden van wedstrijden en natuurlijk ook voor het plezier rijden is het belangrijk dat er met de juiste spanning in de banden wordt gereden. Als er maar kort met de kart wordt gereden dan kan de spanning van de banden gerust een stuk hoger gemaakt worden, de banden hebben haast geen tijd om warm te worden en kan de spanning dus ook niet heel hoog oplopen.
Bij wedstrijden wordt er tijdens het tijdrijden vaak een iets hogere spanning in de banden gedaan zodat er vrij snel een goede tijd gereden kan worden en het beste uit de banden gehaald kan worden.
Zou men met een wedstrijd met een hoge bandenspanning gaan rijden dan zullen de banden snel grip hebben en zullen de eerste ronden meteen vrij snel zijn, alleen als de banden op temperatuur komen zal de spanning ook hoog oplopen en zal de kart gaan glijden en stuiteren. In plaats van dat de kart gedurende de wedstrijd sneller zal gaan rijden zal de snelheid gedurende de wedstrijd steeds minder worden en kan het dus ook moeilijker worden om te winnen. Als de spanning in de banden te laag wordt gemaakt dan zal het lang duren voordat de banden grip krijgen en zal de kart ook in het begin erg glijden.
Het veranderen van de spanning in de banden wordt bij slicks niet alleen toegepast bij tijdrijden, maar wordt ook wel gedaan als het weer verandert. Als de temperatuur daalt en het wordt dus kouder dan kan de spanning iets worden verhoogd en als de temperatuur stijgt dan kan de spanning iets worden verlaagd. Het verhogen en verlagen houd in dat de spanning ongeveer met 0,10 bar wordt verandert.
Bij slicks is de spanning van de banden heel belangrijk, maar de spanning van de regen banden is ook heel belangrijk. Zo worden de banden bij hele harde regen heel hard opgepompt en als de baan begint op te drogen en er wordt toch met regenbanden gereden dan wordt de spanning in de regenbanden heel laag gemaakt. Het verschil bij regenbanden voor harde regen of bijna droog is dan ook een stuk groter in spanning dan bij de slicks met warm en koud weer. Zo kan een regenband voor een hele natte baan op 1,90 bar worden opgepompt en bij een half natte half droge baan op 0,80 bar worden opgepompt.
Het verkrijgen van de juiste wegligging van de kart is niet alleen afhankelijk van de bandenspanning, maar is ook van de breedte afstelling van de kart afhankelijk.
Als laatste kan er nog wat verteld worden over de levensduur van een kartband. Het kan zijn dat bij een verkeerde afstelling een set banden in ongeveer 30 min op is, maar het kan ook zo zijn dat er een heel seizoen mee gereden kan worden. Dit alles is afhankelijk van de soort band die wordt gekocht, hoe de kart wordt afgesteld en hoe er mee wordt gereden. Sommige mensen slijten geen banden, maar rijden alleen maar rubber op de banden omdat ze niet hard genoeg rijden en dus de banden niet slijten. Door het langzaam rijden pakt de band dan allemaal rubber op dat op het asfalt ligt. Een goede oplossing hiervoor is dan vaak om de banden met een halve bar in druk te verhogen. Worden kartbanden langer dan een jaar bewaart dan neemt de kwaliteit erg af van de band en zal de grip een stuk minder worden, de banden drogen dan als het ware uit. Ook hier is een oplossing voor, er is een speciale vloeistof in de handel waarmee de banden kunnen worden behandelt en de band zachter kan worden gemaakt. Als de band hier mee wordt behandelt wordt het rubber weer zacht en kan er dus weer redelijk mee worden gereden. Let wel dit is alleen een nood oplossing, nieuwe banden zijn meestal een stuk beter. In de prijslijst kan dit product worden gevonden onder de naam Tire softener.
In het kartboek "Alles over karting" kan meer worden gelezen over banden, velgen, de afstelling van de kart en nog veel meer.
|